CASE: ERASMUS MC

Gezonde samenwerking komt niet vanzelf

Het is een ‘once in a lifetime’-project. De nieuwbouw van het Erasmus MC in Rotterdam is een project van de ‘buitencategorie’. Niet alleen voor de opdrachtgever is het uniek – zelfs voor de aannemer, een samenwerking van BAM en Ballast Nedam, is dit een uitzonderlijk project, waarvan er maar heel weinig voorkomen in Nederland. De totale investering overstijgt de 800 miljoen euro. Het hele traject dat opgedeeld is in drie bouwfases, beslaat meer dan acht jaar..

 

(c) De Jong Luchtfotografie

“We zijn nu flink op weg met fase twee”, vertelt Fred Reurings, projectdirecteur van de bouwcombinatie, met onverholen trots. “We liggen met deze fase zelfs voor op schema.” In 2009 werd Fred gevraagd om projectdirecteur te worden. Hij hoefde niet lang na te denken. “Zo’n groot contract is uniek. Een geweldige uitdaging, ook omdat de risico’s groot zijn.”

Duidelijkheid
Stephan Versteege is namens Erasmus MC projectleider realisatie nieuwbouw. “Het spanningsveld is dat de aannemer behoefte heeft aan zo vroeg mogelijk duidelijkheid over wat hij moet maken. Wij als academisch ziekenhuis zoeken flexibiliteit. Er werken hier allemaal super specialisten. Die willen werken met de laatste stand van de techniek. Vakgroepen trekken internationaal toonaangevende professoren aan, mede met de faciliteiten die ze te bieden hebben. Tegelijk moeten we intern wel ergens een streep trekken. Discussie over één ruimte is niet erg, maar we moeten 100.000 vierkante meter indelen en realiseren. Dan kun je niet blijven discussiëren.”

“We hebben veel ervaring met het bouwen van ziekenhuizen”, vertelt Reurings. “We weten uit ervaring dat je als bouwer snel achter de feiten aanloopt. Bij een kantoorgebouw, staat het ontwerp vast. Dan weet je vrij nauwkeurig wat je gaat bouwen. Een ziekenhuis is permanent in beweging. Wijzigingen tijdens het proces zijn dus gewoon. Maar zeker in deze situatie, omdat de klus zo kolossaal is, moet je strak aan de afspraken vasthouden, anders gaat het snel fout. Eigenlijk staat de samenwerking al onder druk, nog voor je begonnen bent. En dat blijft zo tot de laatste bouwvakker verdwenen is.

Boven
Om de samenwerking gezond te houden, werd er op initiatief van de aannemerscombinatie samenwerking met Motion Consult gezocht. “Voor de opdrachtgever is de nieuwbouw een eenmalige activiteit. Voor ons als bouwers is dit onze corebusiness,” aldus Reurings. “Wij zijn hier zeer bedreven in. Wij liggen dus boven. En zo voelt de opdrachtgever het ook. Dat maakt het ook lastig.”

“De cultuur in de bouw is: ‘de ene club verzint iets, de andere club maakt het. De contractvormen zijn traditioneel. Discussies die onder in de organisatie beginnen, zijn als rateltjes in een auto”, zegt Versteege. Als je op een zeker moment zo’n rateltje hoort, is het verstandig om er iets aan te doen voordat je langs de kant van de weg komt te staan.”

Uitblinken
De missie van Motion Consult is om alle teams in de bouw te laten uitblinken. “Zijn wij een uitblinkend team? Het is een mooi geformuleerde ambitie, maar ik ben wel realistisch”, zegt Versteege voorzichtig. “We zitten in een schaal van 1 op 10 wel op een voldoende, maar we maken wel kleine stapjes vooruit.”

“Nee, wij zijn zeker geen uitblinkend team”, bevestigt Reurings. “Er zijn enorm veel acties nodig en dus afspraken die je moet nakomen. Als dat niet gebeurt en wij hier permanent om vragen, leidt dat tot irritatie bij de opdrachtgever. Maar tegelijk: ik ben ook een contractmanager. Mijn lijn is: we doen niets zonder een duidelijke afspraak. In ons belang én in dat van de opdrachtgever.”

“In de bouw worden partijen nog wel eens uit elkaar gedreven door het contract”, bespiegelt Versteege de samenwerking. “Als het ongezond spannend wordt, vragen we Motion Consult er vaak bij. Als je nog on speaking terms bent, kun je beter naar een oplossing zoeken.”

Rechtstreeks
“Roland (van Motion Consult) maakt het probleem duidelijk”, vertelt Reurings. “Zo kom je dichter bij de oplossing. Hij krijgt het voor elkaar om de gevoeligheden te benoemen. We weten uit ervaring dat het niet lukt om zelf (binnen het team) tot echte openheid te komen. Als ik voor mezelf spreek: bepaalde dingen kán ik niet zo makkelijk rechtstreeks tegen de opdrachtgever zeggen. Maar als Roland het aan mij vraagt, dan vertel ik het tegen hem, waar de opdrachtgever bij zit. Dat lukt wel. En zo ontstaat het gesprek en de openheid.”

“Wat zij ijzersterk doen, is zonder oordeel te geven over de inhoud, maar door hele goede vragen te stellen, je zelf een oplossing laten verzinnen”, onderschrijft Versteege het enthousiasme van Reurings over Motion Consult. “Niet alleen helpen ze je herkennen dat er iets aan de hand is, maar ook helpen ze je om te erkennen wat je éigen bijdrage is. Zowel in houding als in gedrag.”

Direct
“Na afloop van een sessie belt Roland altijd op, om te vragen hoe ik het beleefd heb én om feedback te geven. Dat is ook nodig. Ik ben heel gedreven. Ook heel direct, weinig diplomatiek en ongedurig. Ik wil ‘vandaag’ een beslissing. Ik zal ook niet rusten tot ik zeker weet dat het ‘morgen’ goed gaat. Daarvoor moet heel veel wijken, ook privé stop ik er veel tijd in. Omgekeerd verwacht ik ook veel van anderen. Als anderen – naar mijn idee – hun best niet doen of afspraken niet nakomen, voel ík me niet serieus genomen. In mijn directheid en gedrevenheid kan ik de ergernis bij een ander nog wel eens over het hoofd zien … Roland helpt mij dit beter te herkennen.”

Schema
De eerste fase, een groot nieuwbouwdeel is afgerond, de verhuizing van een flink deel van de organisatie is achter de rug. Fase twee en de sloop van een deel van het oude gebouw zijn inmiddels in volle gang. Daarna volgt fase drie, waarmee de eerste twee bouwdelen aan elkaar worden gekoppeld. Hoe lastig de samenwerking ook is, de resultaten zijn uitstekend.

“We liggen goed op schema en ook financieel is het een gezond project”, beaamt Reurings. “Het geheim is toch een goede samenwerking. Als iedereen met veel schik naar zijn werk komt, dan is de inzet hoog, houd je de planning in de tang en daarmee de kosten, dus komt dat ook het eindresultaat ten goede.”